A CE QUI MANQUE
‘A ce qui manque…’ is ontstaan uit een gemis, een afwezigheid die ik, toen ik het Conservatoire de Liège verliet, vorm en gestalte wilde geven door te schrijven. Mijn afstudeerproject besprak de opvoering van het toneelstuk ‘L'Intruse’ van de Gentse symbolist Maurice Maeterlinck ... Het werd een (vreemde) ontmoeting, een drievoudige zou ik zeggen: met de auteur, de tekst en het thema – hoe de Dood binnendringt bij een wachtende familie en de invloed van de Dood op de mensen. Zoals Isabelle Pousseur, de Belgische regisseur met wie ik momenteel samenwerk, zou zeggen: het was liefde op het eerste gezicht met de tekst, de auteur, zijn wereld, zijn daden ... Ik herkende mezelf er onmiddellijk in. Van daaruit ontstond het verlangen om mijn eigen ‘l’Intruse’ te schrijven: een persoonlijk verhaal, dat van het verlies van mijn Russische grootmoeder die heel belangrijk voor me was. Ik denk dat ik kan zeggen dat dit verlies bij mij – toen nog een kind, niet eens een tiener – een paniekerige angst heeft opgewekt voor het verbreken van relaties en voor de vergetelheid ... een bewustzijn van de breekbaarheid van ons allemaal, van onze grenzen ten opzichte van het onkenbare en van de middelen die wij onszelf (vaak onbewust) geven om zo’n breuk te overwinnen en te integreren. Ik vind het gek dat we vandaag in onze westerse samenlevingen (ik heb het hier natuurlijk over België en het milieu waar ik vandaan kom) rouwrituelen geleidelijk lijken te verliezen. We nemen niet langer de tijd om een verlies onder ogen te zien, alleen of samen, om de Ander zijn weg te laten vinden in onze herinnering. De Dood is verborgen, gaat voorbij in stilte. Het is beangstigend en weerzinwekkend. Ziek zijn krijgt een schuldgevoel. In leven blijven. Gezond blijven. En vooral, niet buiten de lijntjes kleuren ... Woede, verdriet en rouw worden verdacht ... Van jongs af aan voelde ik me altijd aangetrokken tot religieuze kunst, verhalen over martelaren en heiligen, ook al zijn mijn ouders helemaal niet gelovig ... integendeel zelfs. Het deel van het mysterie, van de verbeelding die deze verhalen verbergen (hoewel vaak zeer gewelddadig en dogmatisch natuurlijk) hebben op mijn verbeelding gewerkt, op mijn kritische geest en op mijn eigen visie op de wereld. Wij bouwen allemaal verdedigingsmechanismen in om ons te beschermen tegen wat ons beangstigt en ontglipt. Daar ligt een deel van onze menselijkheid en het zou goed zijn om dat naar buiten te brengen ... De Geschiedenis en onze persoonlijke en unieke verhalen zijn bezaaid met de doden waarop wij lopen. Als ik me goed herinner, had ik net een boek gelezen over de geschiedenis van de Doden, waarin stond dat de oorsprong van onze territoria werd getekend door de graven van onze voorouders. Dat vind ik een mooi idee. De personen die er niet meer zijn, nemen een belangrijke plaats in mijn leven in: ik houd ze dicht bij mij. Ze vergezellen me. Dit project is een soort ode aan de verbeelding, aan mijn grootmoeder die altijd aanwezig blijft in mijn leven. Vertrekkend vanuit haar verdwijning vertel ik het verhaal van een oversteek, een beweging buiten het kader waarin breekbaarheid niet toegestaan is.
De taal/talen van de voorstelling:
Begin repetities:
01/03/2022
Einde repetities:
01/04/2022