JAMAIS TOUJOURS PARFOIS
Anna woont alleen met haar moeder Renee. Ze is niet gaan studeren zoals de andere meisjes van haar leeftijd. Vivienne de psychiater die haar sinds haar 11 jaar behandelt, heeft een zeer precieze dosering van medicatie bepaald om het goede humeur van Anne op peil te houden. De dag nadat ze 18 jaar werd, ontmoet Anna Oliver en besluit ze om te gaan schrijven. Maar ze merkt dat haar medicatie haar hindert in het creatieproces. Tot grote wanhoop van haar moeder en tot ongenoegen van Oliver stopt ze met haar behandeling. Wanneer Anna haar notitieboekjes van vroeger terugvindt, vol buitengewone verhalen, begint ze de diagnose van de arts in twijfel te trekken. Wat als ze eigenlijk nooit ziek was? En ze nooit medicatie had moeten nemen? Vivienne en Anna’s moeder kunnen haar vragen met moeite beantwoorden. Ze probeerden gewoon door de troebele wateren van een mentale ziekte te navigeren. Maar na jaren van gewenning kan Anna moeilijk functioneren zonder medicatie. Haar relatie met Olivier verslechtert en haar moeder kan haar niet langer controleren. Ze kijkt hulpeloos toe hoe haar dochter worstelt om erachter te komen wie ze is.