FALAISE
Dit verhaal begint bij het einde... We horen dat het Hôtel de la Falaise, een trots gebouw uit de jaren '30, is meegesleurd toen de klif eronder instortte. Er zijn overlevenden, maar we weten niet wie of hoeveel. Vervolgens spoelen we een paar dagen terug en ontmoeten we de gasten en het personeel van het hotel.
De 12-jarige Zack en zijn moeder Billie, die pas gescheiden is en maar moeilijk loskomt van haar werk. Mevrouw Rouvroy, een vaste klant, die haar overleden man overal met zich meedraagt in een urn. Hans, een Duitse vakantieganger die alleen oog heeft voor zijn glanzende Tesla, en zijn vrouw Birgit, die zich verwaarloosd voelt. Mazen en Nina, jonge ouders die worstelen met de stress van hun nieuwe verantwoordelijkheden. En dan is er de hotelmanager, die zijn taken niet meer aankan, en zijn dochters, de tweeling Camille en Marcelle.
We zien deze wereld door de ogen van Zack, die vriendschap sluit met de tweeling. De volwassenen daarentegen leven langs elkaar heen, gevangen in hun eigen zorgen, angsten en volwassen problemen. Maar op een dag, dankzij de kinderen, worden ze tegen hun wil meegenomen naar buiten, waar ze op het strand een uniek moment van verwondering meemaken, zoals alleen de natuur dat kan bieden. Een klein wonder dat hen (misschien) redt van de instorting en hen dwingt om het leven vanuit een nieuw perspectief te bekijken.
Falaise is een poppenspel voor een jong publiek, dat ons laat nadenken over hoe we in het leven staan, de noodzaak om verwondering te ervaren in een wereld die steeds meer door materiële zaken wordt overspoeld. Het nodigt ons uit om stil te staan en in verbinding te komen met onszelf en onze omgeving.