BEL ABIME
EEN KREET UIT TUNESIË Bel Abîme geeft het woord aan een tiener die zijn malaise in de moderne Tunesische samenleving uitschreeuwt in een verschroeiend monoloog. Het is een korte tekst, die even hard inslaat als de kogel waarmee de verteller wraak heeft genomen. Yamen Manaï laat deze vernederde en gekwetste jongen spreken, gedreven door een woede die noch de maatschappij en haar onverbiddelijke rechtvaardigheid, noch de straf kan bedaren. Zijn lange toespraak tot zijn advocaat of zijn dokter is noch een bekentenis noch een pleidooi. Het is een uitgebreid verslag, zonder pauze of afstand. Een verslag van zijn verstikking en zijn pijn die alleen geweld kan uitdrukken: "Mijn toekomst was al gedoemd" zegt hij vanaf het begin. Hij brengt "de zaken op orde", ondanks "dat dit land op zijn kop staat", terwijl hij wacht op een vonnis dat hem zeker een paar jaar naar de gevangenis zal sturen, maar "de hel, hier of daar, is vrijwel hetzelfde". Zijn drama is persoonlijk. Een vader die hem negeert en die zijn hond, de enige liefde die hij ooit gekend heeft, vermoordt. Zijn drama is ook universeel, want zonder naam vertegenwoordigt hij het verhaal van een generatie Tunesiërs die geen uitweg ziet uit hun bekrompen leven. Hij valt de religieuze principes aan die honden demoniseren omdat het speeksel van honden in de moslimgodsdienst de gelovige onrein maakt. De beste vriend van de mens is zijn ergste vijand. Hij bekritiseert ook de verpletterende politieke en familiale structuur in een starre maatschappij die woede, bitterheid en geweld oproept. De dood van de hond triggert zijn gevoel van onrechtvaardigheid: waarom moest dit dier vermoord worden? Is het niet zijn toekomst die vermoord wordt? Waarom ben ik vervallen tot geweld? Ik kan het niet verklaren. [...] ". Een tekst tussen leven en dood, een vakkundig opgestelde noodliteratuur, om in één adem uit te lezen.
De taal/talen van de voorstelling:
Begin repetities:
01/05/2023
Einde repetities:
01/11/2023